Verslag van het onderzoek naar natuurlijk gedrag
Om mijn studie af te ronden, heb ik van april tot en met november 2009 een kudde paarden geobserveerd en waarnemingen genoteerd over het gedrag van de veulens. De kudde wordt ingezet voor begrazing in een natuurgebied en bestond uit veertien merries en meerdere trekpaardhengsten. Uiteindelijk zijn er in dat jaar elf veulens geboren.
Hieronder vind je het verslag van mijn waarnemingen en de resultaten.
Veel leesplezier!
Om mijn studie af te ronden, heb ik van april tot en met november 2009 een kudde paarden geobserveerd en waarnemingen genoteerd over het gedrag van de veulens. De kudde wordt ingezet voor begrazing in een natuurgebied en bestond uit veertien merries en meerdere trekpaardhengsten. Uiteindelijk zijn er in dat jaar elf veulens geboren.
Hieronder vind je het verslag van mijn waarnemingen en de resultaten.
Veel leesplezier!
April
De kudde bestaat uit veertien Haflingers en in deze maand zijn er nog geen veulens geboren. Zo kan ik ze eerst aan mijn bezoekjes laten wennen. De eerste keer dat ik het veld in kom en de kudde nader, gaan alle hoofden omhoog en zijn ze meteen paraat om te vluchten. Ik wacht tot de rust terug is en kijk hoe dicht ik bij de merries in de buurt kan komen. Na een aantal bezoeken (ik bezoek ze tweemaal per week) kan ik ze vrij dicht benaderen. Het valt me op dat ze erg veel op elkaar lijken en ik vraag me af of ik ze uit elkaar kan houden. Eentje heeft een enorme snor, haar bijnaam is snel verzonnen. Ik besluit ze een nummer te geven in de volgorde waarin de veulens geboren worden. Paarden zijn prooidieren wat betekent dat ze altijd alert zijn op hun omgeving omdat ze een vluchtinstinct hebben. Een belangrijk kenmerk van prooidieren is de stand van de ogen, deze staan opzij, zodat ze goed om zich heen kunnen kijken. Een paard kan bijna 360º om zich heen kijken en hoeft zijn hoofd niet te draaien om te kunnen zien wat er achter hem gebeurt. Het lichaam van een paard is zo gebouwd dat het snel kan vluchten. De kudde biedt bescherming omdat de individuen dan moeilijker te onderscheiden zijn. Oogcontact met een prooidier betekent dat het uitgekozen is om gegeten te worden. |
Mei
In mei zijn de eerste vier veulens geboren. Het is leuk om te zien hoe ze op de eerste dag op zoek gaan naar de uier om te drinken. Ze onderzoeken de hele buik van voor tot achter, maar ze zoeken ook tussen de voorbenen en het duurt een tijdje voordat ze de melk gevonden hebben. Maar eenmaal gevonden drinken ze soms wel tot zeven keer in één uur. De merries helpen door met hun neus de achterhand van het veulen te sturen. Soms loopt na het drinken de melk nog uit de mond, zo gulzig zijn ze. Ik noteer per veulen hoe vaak ze drinken, om te kijken welke verschillen er zijn per veulen. Na het drinken is er behoefte om te slapen, eerst staan ze een beetje te dutten, maar dat duurt ongeveer maar vijf minuutjes. Daarna gaan ze liggen, ze laten zich letterlijk vallen en rollen soms door op hun rug, waardoor de benen in de lucht steken. Na een aantal pogingen neemt de handigheid toe en gaan ze in één beweging liggen. Paarden worden geboren met een zuigreflex, maar moeten eerst leren staan voordat ze kunnen drinken. Aanraking is de primaire oorzaak om te zoeken, daarnaast zijn veulens visueel aangetrokken tot grote donkere objecten om uiteindelijk de speen te vinden. De meeste merries nemen een typische zooghouding aan, wat het drinken voor het veulen vergemakkelijkt, daarnaast kost deze houding de merries weinig energie om te zogen. Het aantal keren dat een veulen drinkt in de eerste week is gemiddeld vier keer per uur en het neemt af naar gemiddeld één keer per uur op een leeftijd van 24 weken. De gemiddelde duur is 58 seconden per keer, voor zowel de merrie- als de hengstveulens. Paarden kunnen op drie manieren slapen, plat op de zij (lateraal), waarbij het hoofd, de hals en het lichaam de grond raken, de voor- en achterbenen uitgestrekt. Bij slapen op het borstbeen raakt de buik de grond en zijn de achterbenen onder het lichaam gevouwen en de voorbenen aan één kant opgetrokken onder het lichaam. Staand slapen, meestal met één achterbeen op rust, kost het minste energie en vanuit deze positie kan het paard gemakkelijk vluchten. In een rustende kudde staan de individuen dicht bij elkaar en er zijn er altijd een paar die staand slapen, zij waarschuwen de rest als er gevaar dreigt. Veulens moeten leren om staand te slapen, zij kunnen dit vanaf een leeftijd van ongeveer vier weken. |
Juni
De veulens gaan elkaar vanaf een week of twee steeds vaker opzoeken om te groomen en te spelen. Ze knabbelen bij elkaar in de hals en op de rug, zo verzorgen ze elkaars vacht en leren ze communiceren met elkaar. Om te spelen nodigen ze elkaar uit door elkaar met de neus aan te raken of door elkaar in de billen te bijten. Als het startschot gegeven is, rennen ze met opgeheven staartjes over het veld en maken bokkensprongen, zo zot dat er af en toe één onderuit gaat. De merries lopen achter de jonge veulens aan en roepen naar ze. Naarmate ze ouder worden neemt het gedrag van de merries af en laten ze de veulens steeds meer hun gang gaan. Na het spelen drinken en slapen ze, de oudste veulens slapen staand. De eerste twee weken zijn nodig om de moeder kind relatie vast te leggen. In deze weken loopt de merrie vaker achter het veulen aan dan andersom. Vanaf twee weken gaan de veulens socialiseren, ze zoeken leeftijdsgenootjes op, maar ook de andere kuddegenoten. Het is belangrijk om te leren communiceren, zo wordt de rangorde bepaald. Paarden communiceren subtiel, dat kost weinig energie. Die energie is immers nodig als ze moeten vluchten als er onraad is. |
Juli
Begin juli is het vijfde veulen geboren, het valt me op dat het veel pogingen nodig heeft om de uier te vinden. De merrie loopt in draf over het veld, het veulen rent erachteraan in galop. De rest van de kudde volgt ook, de veulens maken er gebruik van om te spelen en sprintjes te trekken. Ik houd afstand en volg het geheel door de lens van mijn filmcamera. Bij mijn volgende bezoek, zie ik vlak bij de ingang een veulen liggen, de kudde staat een eindje verder. Het is veulen vijf en ik zie meteen dat er iets mis is, zo’n jong veulen hoort dicht bij zijn moeder. Ik ga kijken en het is dood, nog helemaal gaaf en het lijkt of het ligt te slapen. Eén van de merries ziet mij en waarschuwt de kudde door te hinniken, ze komen in galop op me af. In de wetenschap dat paarden niet vechten, blijf ik staan en ze stoppen een paar meter voor me. Merrie vijf loopt naar haar veulen en snuffelt eraan. Ze draait haar hoofd scheef. Op dat moment komt het oudste paard naar mij toe en duwt haar neus tegen me aan, alsof ze me wil zeggen: ‘dat hoort er ook bij, hoor.’ De kudde gaat weer terug het veld in en merrie vijf draait nog eenmaal om en hinnikt hoog naar haar veulen. Eind juli is veulen zes geboren, de oudere veulens zijn erg nieuwsgierig en zoeken het op. Merrie zes maakt ze duidelijk dat ze afstand moeten houden, ze steekt haar neus naar voren richting de oudere veulens en legt haar oren plat. Het verschil in grootte is opmerkelijk, het valt me nu pas op hoe hard ze groeien. Paarden zijn sociale dieren en daardoor in staat tot hechte vriendschappen. Verliezen ze een maatje of een veulen, dan hebben ze drie tot vier weken nodig om te rouwen en het verlies te verwerken. |
Augustus
Half augustus is het zevende veulen geboren. Het heeft na een half uurtje zoeken al door waar het de melk kan vinden. Na het drinken valt het om en het slaapt opvallend lang. Deze maand is ook de eerste keer dat het regent en waait tijdens mijn bezoek, de veulens zoeken beschutting bij hun moeder. Ze blijven staan om te slapen ook al hebben ze dat nog niet allemaal geleerd. De jongste veulens kunnen dan ook niet goed stil staan en ze wiebelen een beetje of lopen een paar stapjes. De regen beïnvloedt het rustgedrag. De merries staan dicht bij elkaar en ik kan nu duidelijk zien wie de baas is. Door het vooruit steken van de neus, de oren naar achteren te leggen of het optillen van een achterbeen, schuiven de merries op hun plek. Rust is het gevolg. De rangorde in deze kudde is al lang bepaald. In het wild is de hengst die het hoogst in rang is, vaak de leider van de kudde. De volgende in de rangorde is vaak een oudere, ervaren en fysiek sterke merrie, met wie hij samen werkt. De hengst loopt achter de kudde en de ervaren merrie voorop. Zij kent het leefgebied van de kudde en weet waar voedsel en water te vinden is. De hengst bepaalt de weg en stuurt de merrie aan die voorop loopt. Rangorde wordt bepaald door fysiek sterke eigenschappen, maar ook door temperament, de bereidheid om te vechten en de reactiesnelheid van het paard. Dominante paarden hebben voordeel in de kudde, zij kunnen eerst eten, drinken en hebben de beste plaats om te rusten. Ook de veulens van de dominante merries profiteren hiervan. Een rangorde is niet statisch, maar kan veranderen als de fysieke en mentale gesteldheid van de kudde leden verandert in de loop van de tijd. |
September
Half september is veulen acht geboren, hij is zwart en valt op in de kudde. De merrie is erg tolerant en ik mag er dichtbij komen. Na het drinken valt hij letterlijk in slaap en dat geeft me de gelegenheid om de pasgeborene vast te leggen op de foto. Merrie drie heeft koliek, ze gaat steeds liggen en staat weer op. Ze fleemt, wat aangeeft dat ze pijn heeft. Haar veulen stimuleert haar om op te staan als de merrie gaat liggen, ze duwt met haar neus tegen de flanken van haar moeder en zet haar voorvoetje op haar schouder. Na anderhalf uur is het over en is het gedrag van de merrie weer normaal. Eind september zie ik dat nog twee merries een dikke uier hebben en dat ze binnenkort gaan veulenen. Omdat de meeste veulens op zaterdag geboren zijn, besluit ik de zaterdag erop vroeg het veld in te gaan. Om 6:45 ben ik present, maar helaas: MIST! Twee uur later is de mist opgetrokken en zie ik ze staan, twee nieuwe telgjes, een zwarte en een bruine, veulen negen en tien. De meeste veulens worden een paar uur voordat het licht wordt geboren. Zo zijn ze minder zichtbaar voor roofdieren en hebben de veulens de tijd om na de geboorte zich te ontdoen van het geboortevlies en te leren staan om te kunnen drinken. Binnen een paar uur zijn ze al in staat om mee te rennen met de kudde. |
Oktober
Ik had het niet meer verwacht, maar in oktober is veulen elf geboren. Merrie elf heeft een hechte vriendschap met merrie negen die op dat moment kreupel is. Ze staan beide met hun veulens een eind buiten de kudde en het is paniek bij merrie elf als ze me het veld in ziet komen. Ze steekt haar staart in de lucht en vlucht in een zweefdraf richting de kudde, haar veulen galoppeert met opgeheven staart met haar mee. Maar haar vriendin blijft achter en na een aantal meter stopt ze, ze draait om en hinnikt hoog naar merrie negen. Die is niet in staat om mee te rennen. Merrie elf stopt en twijfelt tussen de veiligheid van de kudde of de vriendschap met merrie negen. Ze kiest voor de vriendschap en sluit aan bij merrie negen, samen met hun veulens blijven ze buiten de kudde. Ondertussen sta ik aan de grond genageld. In een kudde gelden regels voor gedrag, zo weten de paarden waar ze aan toe zijn en is er duidelijkheid in de groep. Zodra een paard zich niet aan die regels houdt, kan het door de hengst voor een paar dagen uit de kudde verjaagd worden. Dit is een behoorlijke straf voor een paard, omdat hij als prooidier erg kwetsbaar is buiten de kudde. Het paard zal zijn gedag aan moeten passen wil hij weer opgenomen worden in de kudde. Een paard toont onderdanigheid door zijn mond open en dicht te doen en dit te herhalen (als een vis op het droge). Veulens doen dit vaak, zo kunnen ze contact maken met de andere paarden en toch laten zien dat ze onderdanig zijn en hun plek weten. |
November
Tijd om de laatste notities te maken en deze te verwerken in resultaten. Eind november heb ik alles uitgerekend en de resultaten zijn bekend. De veulens vertonen normaal drink- en slaapgedrag, vergeleken met de resultaten van andere wetenschappelijke onderzoeken. Voor mij is het veel interessanter om te zien hoe dat gemiddelde tot stand komt, door het bekijken van individuele verschillen. Elk paard heeft toch zijn eigen karakter en kan dit uiten, zolang hij maar binnen de regels van de kudde blijft. Eind november 2009 heb ik mijn verslag ingeleverd en in januari heb ik mijn diploma opgehaald. In februari 2010 heb ik gesolliciteerd bij Tinley en ben aangenomen al gedragstherapeut voor paarden. Sinds die tijd ben ik officieel aan het werk als gediplomeerd gedragstherapeut. Wil je meer weten over gedragstherapie voor paarden of over mijn werk? Neem gerust contact op via e-mail ([email protected]). Bellen mag natuurlijk ook, 06-44686035. |